Ezelsbruggetjes voor het vak Duits

Duits is niet moeilijk met deze ezelsbruggetjes

Wer nämlich mit h schreibt ist dämlich!

Uitleg Ook voor Duitsers is het soms moeilijk, of er na een lang uitgesproken a nu wel of geen h geschreven dient te worden.
Lees verder...

an auf hinter in neben uber unter vor zwischen stehen in dem 4. Fall wenn man fragen kann wohin?

Alternatieven In dem 3. Fall stehen sie dann wenn man fragen kan wo? oder wann? figürlich bekommen sie den Dativ, auf und über ausgenommen, die dann
Lees verder...

op de rijm van ‘altijd is kortjakje ziek’:

Uitleg als deze woorden voorkomen is dat die naamval: mit, nach, bei, seit, van, zu, aus hebben 3de naamvalsaus helfen, danken en gefallen hebben
Lees verder...

een Bord Gekookte Spaghetti

Uitleg de woorden Bewegen, Gehen en Stehen krijgen geen e/i wisseling in het duits
Lees verder...

Ruzie Maken Na Een Ruzie En Spugen Met Spuug En Niet Eerder

Uitleg lidwoorden M V O M 1 deR diE daS diE 3 deM deR deM deN 4 deN diE daS diE
Lees verder...

3e naamval, dia

Alternatieven 4e naamval, film Uitleg als iets er al is kun je het uitbeelden met een dia(3 letters, derde naamval) als iets er komt, een
Lees verder...

rese

Alternatieven srsr MoRMooN nese Uitleg Rese: bij de 1e naamval eindigt alles in deze volgorde: Der Die Das Die Srsr: bij de 2e naambal eindigt
Lees verder...

Huis van Miet nabij de zeezijde tegenover zulma.

Uitleg Voorzetsels Dativ: Aus, von, mit, nach, bei, seit, gegenuber, zu.
Lees verder...

Een plassende mannetjeshond

Uitleg Derde naamval = geen beweging. Vierde naamval = beweging. Een plassende mannetjeshond staat op drie poten (= derde naamval = geen
Lees verder...

An Auf Hinter, An Auf Hinter, Neben vor, Neben vor, Uber Unter in, Unter uber in, zwihiiiischeeen, zwiihiiischeeeen…

Uitleg op de melodie van vaderjakob. Het zijn de voorzetsels die met de akkusativ und dativ gehen..
Lees verder...

Das Amt, Bad, Band, Bild, Blatt, Brett, Buch, Dach, Denkmal, Dorf, Ei, Fach, Fass, Feld, Geld, Glas, Glied, Gras, Grab, Gut, Haupt, Haus, Holz, Horn, Huhn, Kalb, Kind, Kleid, Korn, Kraut, Lamm, Land, Licht, Lied, Loch, Nest, Rad, Rind, Schild, Schloss, Schwert, Tal, Tuch, Volk, Weib, Wort

Uitleg Al deze zelfstandige naamwoorden krijgen in het meervoud -er of Umlaut + er. Mijn leraar Duits (60-er jaren) op de HBS kende veel trucjes om
Lees verder...

Uit bij middernacht: tijd voor zoenen

Uitleg aus bei mit nach seit von zu de voorzetsels van de 3de naamval
Lees verder...