Met de coupé reis je mee (klinkt het als coupé dan schrijf je het accent net zo) De baby in de crèche zegt bèèè. (klinkt het als bèèè, dan schrijf je het accent net zo)
Ook interessant:
- wie, wat, welk(e), wat voor (een),dit zuig ik niet uit mijn grote teen
- Wanneer gebruik je ‘e’ en wanneer ‘ee’ in meervoudsvormen van woorden die eindigen op een e?
- Hoe weet je of je een woord met lange ‘ij’ of korte ‘ei’ moet schrijven?
- Een trochee is een jambe en een jambe is een trochee.
- Gisteren hoorDe ik een D, dus ik heb goed gehoorD.