Ezelsbruggetjes voor het verzetten van de wijzers van de klok als de Wintertijd in gaat. Moet de klok vooruit of achteruit gezet worden? Deze ezelsbruggetjes kunnen je helpen.
Wintertijd
In het laatste weekend van oktober, van zaterdag op zondag worden de klokken om 3 uur een uur achteruit gezet (begin wintertijd, einde zomertijd). Let op, ook deze zondag moet nog in oktober vallen!
Een heel bekend ezelsbruggetje is: In het NAjaar gaat de klok ACHTERuit. De klok gaat dus een uur ACHTERuit.
Meer Ezelsbruggetjes wintertijd
- In het NAjaar (ACHTER in het jaar), gaat de klok een uur ACHTeruit.
- Spring Ahead, Fall Back
- winter korter zomer langer
- Een uurtje eraf brengt de winter in de draf
- Winterslaap
- Je wint-er-tijd mee (zie filmpje hieronder)
- Korte broeken korter slapen, lange broeken langer slapen
- winTERUG …
- Als de dagen lengen rent de klok vooruit, als de dagen kort worden, lopen we achteruit.
- Weer achteruit (slechter) tijd achteruit. Weer vooruit (beter) tijd vooruit
- Als er blaadjes aan de bomen groeien, komt er een uur ‘bij’. Als de blaadjes van de bomen vallen, ‘valt’ er een uur af.
- winter korter zomer langer
- Korte broeken korter slapen, lange broeken langer slapen
- voorjaar vooruit, najaar achteruit
Met dank aan Nicky Mossink
Alternatieve ezelsbruggen:
Spring Ahead, Fall Back
Met het Engelse “Spring” en “Fall” kun je onthouden welke kant de klok op moet gaan. In het voorjaar “springt” de klok een uur vooruit en in het najaar “valt” de klok een uur achteruit…
Winterslaap: In de winter wordt de klok een uur teruggezet, zodat je een uur langer kunt slapen. Dus, winterslaap.
winter korter zomer langer
In de winter worden de dagen door het verzetten van de klok nog korter, de klok gaat achteruit in de zomer worden de dagen door het verzetten van de klok nog langer.
winTERUG
In de winter gaat de klok een uur achteruit, ofwel, terug!
Zie ook: Ezelsbrug voor de zomertijd
Waarom hebben we een zomer- en wintertijd:
Meer over wintertijd kun je vinden op de site van het KNMI
Zomertijd/Wintertijd: Ligt de zomer nog vóór je: klok een uur vooruit. Ligt de zomer achter je: klok een uur achteruit.